Leerhuis en Vesper met Dirk-Jan Bierenbroodspot
Datum/Tijd
Datum - 09/01/2021
18:30 - 19:45
Locatie
Ontmoetingskerk
Categorieën
Overweging
De beelden van het Capitool gaan de wereld over. De tempel van de democratie is bezet. Niet langer is er alleen gedebatteerd, maar heeft men gegrepen naar wapens om het eigen gelijk te winnen. Welke God wordt hier nog gediend? Wie zal hier een naaste zijn? Met pijn in de buik zag ik deze week de beelden. En ik was ongetwijfeld niet de enige.
Steeds hoor ik de woorden: God bless the United States of America. En ik vraag me elke keer weer af of Hij dat nog wel wil. De verhoudingen zijn zoek. Is niet de eerste opdracht om elkaar lief te hebben? Is de eerste handreiking om daar invulling aan te geven niet gegeven in de Thora van de Ene? Zal er niet pas zegen op het land rusten als eerst daaraan gehoor wordt gegeven?
De verhoudingen zijn zoek. Het is wellicht makkelijker om te spreken over de situatie in de VS maar ik ben er heel erg van doordrongen dat het bij ons niet heel veel beter is. De naaste liefhebben vraagt nogal wat. Het betekent niet dat we van elkaar moeten houden. Er warme gevoelens op na moeten houden. Veel meer gaat het om solidariteit. Maar is dat nou juist niet precies waar het hier aan ontbreekt?
Er zijn momenten dat ik me zorgen maak. Dat ik met de beste wil van de wereld niet zeker weet dat het goed komt. Afgelopen week was denk ik wel zo’n week. Hoe fijn zou het zijn om dan een geloof te hebben dat bergen kan verzetten? Zo’n geloof heb ik helaas niet. Wat ik wel heb, is het vertrouwen dat de Heilige Schrift ons weer een nieuw perspectief kan geven. Misschien juist wel de tekst die vandaag voor ons openligt.
In Jezus’ tijd waren er evengoed verschillende groeperingen. Zoals vandaag in onze maatschappij nog steeds het geval is. Zij dachten verschillend over godsdienstige zaken.
Met name de rol van de tempel stond ter discussie. Werd de tempeldienst nog wel uitgevoerd naar de bedoelingen en de instellingen van de Eeuwige? De Romeinse keizer eiste tweemaal daags een offer ter meerdere eer en glorie van zichzelf in die tempel. De vraag naar het belangrijkste gebod en met name het antwoord: Hoor Israël, de Heer onze God is één, krijgt in die context de lading van dynamiet. Want dat gebod biedt geen enkele plaats voor een keizerverering en zeker niet in de tempel van Jeruzalem.
Gaat het dan alleen om religieuze kritiek? Nee, dit is kritiek op het maatschappelijk functioneren vanuit godsdienstig perspectief. De kritiek stelde de machtsverhoudingen aan de kaak. De Romeinse keizer was telkens uit op de vergroting van zijn macht en status. Misschien is dat op zich nog niet zo erg als dat zou leiden tot een wereld van vrede en gerechtigheid, waarin oog zou zijn voor de zwakkeren in de samenleving. Wanneer een Romeinse keizer mee zou bouwen aan Gods Koninkrijk op aarde, was het allemaal zo erg nog niet. Maar zo erg was het dus wel en dat heeft een vernieuwing tot gevolg gehad. Een correctie van een fout in het systeem.
Men distantieerde zich van de praktijken in de tempel en zo ontstonden synagoges en de gemeenschap van Qumran. Daar begon een nieuwe godsdienstige praktijk met tefilien.
Hoe de praktijk in Jezus’ tijd was, weten we niet precies. Er zijn helaas geen bronnen die daarvan getuigen. De vondsten in Qumran zijn denk ik de stille getuigen van een hervormingsbeweging, waarvan we slechts het eindresultaat kennen, kerk en synagoge.
Bij het ochtendgebed op weekdagen winden joodse mannen de gebedsriemen om hun arm, dichtbij het hart en op hun hoofd. Het symboliseert hoe de arm wordt gewapend met het Woord van God en hoe het woord van God samen gaat met het intellect. Het drukt uit hoe de mens zich bekleedt met het Goddelijke het heilige. Dat mag elke dag opnieuw gebeuren, aan het begin van de dag, als de dag nog geheiligd moet worden. Het hoeft niet op Sjabbat, die is heilig van zichzelf. Het hoeft ook niet aan het eind van de dag. Dan heeft het immers geen zin meer. Het zou namelijk komen als mosterd na de maaltijd.
Heiligen betekent hier de wereld vervolmaken. Herscheppen is misschien een mooi woord. Daar is het God om te doen: Dat we de wereld beter maken dan we ‘m aantroffen.
En dan hoef je de actualiteit maar onder ogen te zien om te constateren dat er nog heel wat werk is aan de winkel. Het gaat dus niet alleen om de vraag wat wij aan religie hebben, maar hoe wij een dienst aan God kunnen bewijzen.
Hier wil ik een pas op de plaats maken. De vraag die hier aan de orde is, is wat is dan het eigene van de religieuze geboden? Ten eerste levert het uitslag en bultjes op bij heel veel mensen. Men verzet zich tegen een god en tegen een kerk die regels voorschrijft die je klakkeloos moet opvolgen. En daar wil ik duidelijk in zijn: met dat verzet ben ik het eens.
Het staat namelijk haaks op het principe waartoe deze regels moeten leiden. Dat is namelijk het stichten van een wereld, Gods Koninkrijk waar in vrede en gerechtigheid aanwezig zijn.
Dat Koninkrijk van God proberen we hier te prefigureren. Dat betekent zoveel als: we proberen ons het hier alvast in te oefenen. De kerk dus als oefenplaats van het goede leven voor Gods aangezicht. Getuige de geschiedenis die God met mensen gaat, wordt dat gekenmerkt door vrijheid en niet door angst en onderdrukking.
Als het dus gaat om Gods regels en zijn wetten, dan gaat het niet om regels die louter en alleen willen beperken en dingen voor willen schrijven, maar juist om een heilig onderricht dat je uitdaagt en in beweging zet. Daarmee wordt er geen verantwoordelijkheid ontnomen, maar juist gegeven. Door Gods heilig onderricht te volgen, scheppen we ruimte voor Zijn aanwezigheid en kan er iets gebeuren dat boven onszelf uitstijgt. Door het geloof in God, wordt de hoop gaande gehouden.
In de kerk zijn we met elkaar verzameld als wereldverbeteraars. Nu hoor ik een aantal kritische geesten denken: Om een wereldverbeteraar te zijn, hoef je niet te geloven.
Om te streven naar een toekomst van vrede en gerechtigheid hoef je niet naar de kerk te gaan en synagoge en moskee kun je ook maar beter links laten liggen. Begint daar immers de ellende niet? Dat is misschien waar, hoewel ook daar veel op is af te dingen. Maar hoe houd je het geloof gaande dát er een toekomst van vrede en rechtvaardigheid is? Vasthouden aan het idee dat het überhaupt mogelijk zou zijn, noem ik al geloof. Want ik heb een dergelijke wereld nog nooit meegemaakt. En toch blijf ik me telkens verzetten tegen de gedachte dat het vergeefse moeite is. Dat ligt vervat in de grondbelijdenis waarmee Jezus vertrouwd was. Dat begint met de woorden: Hoor Israël de Heer onze God, de Heer is één, omdat het zich verzet tegen elke kwade macht die over ons zal willen heersen.
En het maakt ons gevoelig voor onze naasten, dat is de wereld om ons heen.
We mogen vandaag leren van de kritiek die de Heilige Schrift ons levert. We kunnen pas weer geloven in een door God gegeven staat. We kunnen het pas weer hebben over Law order. We kunnen het pas weer hebben over democratie als we erkennen dat er een groter verhaal te vertellen is dan dat van ons eigenbelang. Als we door dat verhaal aangezet worden om te zien dat er anderen zijn met zelfde rechten. Zelfde plichten. Zelfde behoeften en nood. Waar dat gebeurt, ontstaat een nieuw gesprek. Daar kan geleerd worden van elkaar en Zal men elkaar wat gunnen. God, ik bid dat we de naaste weer lief zullen hebben als onszelf en daarin rust zullen vinden bij U.
Dat het zo mag zijn…