Viering met Franck Ploum – Nieuwe hemel, nieuwe aarde

Datum/Tijd
Datum - 01/06/2024
18:30 - 19:45

Locatie
Johanneskerk

Categorieën


Dirigent: Karel Baken

Pianist: Harrie van den Akker


Serie: Nieuwe hemel nieuwe aarde – Thema: Gelezen: Openbaring 21,1-3 en Jesaja 65,17-25
Toespraak Franck Ploum
1.
Het gaat er dus toch van komen. Bruin-blauw komt aan de macht omdat ze met elkaar tot overeenstemming zijn gekomen. Overeenstemming over wat eigenlijk? Dat is de grote vraag. Bijna alles wat gepresenteerd werd als ‘het strengste, het beste, het mooiste ooit, is met vele vraagtekens, mitsen, maren en misschien wellicht omgeven. Het eerste blauwtje is al gelopen in Brussel, waar Van der Plas naar toe reisde om de standpunten te verhelderen. Ze werd niet eens ontvangen door bewindslieden maar door enkele ambtenaars, en ze keerde terug met de boodschap: ‘we moeten aan goede verstandhoudingen werken.’ Oftewel: geen poot aan de grond gekregen.
Zelf zijn de vier partijen wel tot overeenstemming gekomen met een ambtenaar: Dick Schoof wordt de nieuwe premier van ons land. Vanaf nu is Big Brother van de AIVD ons uithangbord. Het uithangbord van onder andere een asielbeleid dat vooral een toonbeeld van harteloosheid is, zo bepleit de raad van kerken Nederland deze week in dagblad Trouw.

En vooral van belang dat voor ons land de zon weer gaat schijnen, Nederland wordt weer de hemel op aarde voor de Nederlanders, voor eigen bubbel. ‘De Nederlander krijgt zijn land weer terug’. Zo sprak Wilders, de grote gangmaker van deze samenwerking, trots. Toen ik het hoorde dacht ikzelf vooral: maar is dit het land dat ik terug wil krijgen? Een land waarin over de rug van mensen in de meest kwetsbare posities, op de vlucht, in den vreemde, politiek gewin wordt behaald. Een land waarin de rechtstaat in handen wordt gelegd van mensen die ongrondwettelijke maatregelen willen doorvoeren door de wet die dat verbiedt dan maar te wijzigen. Mensen die de schreeuw van de aarde negeren en om dat te kunnen volhouden naar Brussel gaan om te vragen om meer vervuilingstijd. Een land waarin drie partijen, willens en wetens, een partij van uitsluiting en verdeeldheid, van kwetsen en eigen volk eerst, de kans geven te gaan regeren, salonfähig te worden en daarmee extreemrechts gedachtegoed legitimeren. Maar dat laatste, extreemrechts mogen we van de Kamervoorzitter Martin Bosma niet meer zeggen. Bosma die jarenlang zelf alles en iedereen die het niet eens was met de PVV-standpunten betitelde als ‘extreemlinks’.
De zon gaat weer schijnen, de hemel gaat weer open boven Nederland, met dank aan een gure wind die nu niet langer alleen door zuid en Oost-Europa waait, maar ook Nederland en ja, ook Duitsland steeds meer in haar greep krijgt. Dat is reden tot grote verontrusting en waakzaamheid met de Europese verkiezingen voor de deur.

2.
We leven in gevaarlijke tijden. En in tijden van grote onrust zijn er altijd zogenoemde sterke leiders die de wind in de zeilen krijgen, complotdenkers die aanhang winnen en er is vooral de angst voor het kwijtraken van eigen privileges en voorrechten, het eigen leventje met de mensen die je kent, die vernieuwing afwijst en vreemdelingenhaat aanwakkert. Verschillen worden uitvergroot ten koste van
overeenkomsten, wat vreemd is wordt weggezet in plaats van met nieuwsgierigheid bejegend, zondebokken worden gezocht onder mensen in de meest kwetsbare posities.
Misschien is een van de grootste problemen van onze tijd wel, dat we steeds moeilijker om kunnen gaan met verschillen en met diversiteit. Of het drijft ons in onze eigen veilige bubbel, of het leidt tot conflict en confrontatie. De veilige bubbel gaat dan vaak onder het mom van tolerantie: ze doen maar, zolang ze mij ook maar laten. Tolerantie is dan de stoplap voor: ik wil er eigenlijk niet mee te maken hebben. De veilige bubbel waarin we elkaar versterken in ‘hetzelfde zijn’, in het willen lijken op elkaar. We kennen het van de middelbare school. Iedereen wil uniek zijn maar in alles doen ze vaak precies wat de ander ook doet. Uiteindelijk wil niemand anders zijn, afwijken van het gangbare, het gewone, de norm. Maar de vraag is alleen: wie of wat bepaalt wat gangbaar is, wat de norm is? Welke stemmen hebben hier een rol in, welke woorden worden hierover gesproken? Geestkrachtige woorden die ruimte geven, of beperkende woorden, inperkende woorden, uitsluitende woorden: jij hoort er wel bij en jij niet? Jij bent er een van ons en jij niet!
Het probleem van onze tijd: de verschillen drijven ons in de bubbel van tolerantie, laat ons met rust, dan laten wij jullie met rust. Of naar de andere kant: de confrontatie en conflict. Dat zien we ook in onze samenleving, groepen tegenover elkaar. De confrontatie is door sommige politieke partijen tot kunst verheven en ingezet voor het eigen electoraat. En als je dan vraagt: wie bepaalt in de confrontatie tussen de verschillen, wat gangbaar is, de norm is? Dan wordt het gevaarlijk, want als de heersende macht niet meer het gesprek bevorderd, maar de verdeeldheid, wanneer de politiek niet meer verbindend werkt maar mensen tegen elkaar uitspeelt, dan bevinden we ons met onze democratie op een hellend vlak.
Een belangrijke basis voor het democratisch functioneren van een land is dat er gesprek is. Vooral gesprek tussen mensen die het niet met elkaar eens zijn. Je grijpt niet naar de wapens of naar geweld maar je beklimt de politieke arena of het podium van een debatcentrum. Je gaat ten alle tijden het gesprek aan ook al ben je het hartgrondig met elkaar oneens.
De enorme polarisatie maakt het politieke en vrije gesprek op dit moment bijna onmogelijk. Terug naar het gesprek, terug naar de tafel, in de politieke arena waar op inhoud met elkaar gestreden wordt en waar uiteindelijk een democratisch besluit wordt genomen, daar wordt de geest van de democratie levend gehouden. En als het heel goed functioneert, dan is de democratie niet de optelsom van de helft plus een krijgt zijn zin. Maar is het uiteindelijke doel dat ook de belangen van de kleinste minderheid behartigd en afgewogen worden.

3.
Apocalyptische verhalen, verhalen over een radicaal nieuw begin van hemel en aarde passen eigenlijk heel goed in dit tijdsgewricht. Een tijdgewricht van grote verdeeldheid, onrust en onzekerheid. Apocalyptische doemscenario’s steken de kop op: ‘het einde der tijden’, ‘de laatste der dagen’, inclusief ‘het laatste oordeel’.
Sommige Bijbelboeken gaan daarover; ze zouden het naderende einde van aarde en mensheid voorspellen en de verschrikkingen die daarmee gepaard gaan; en ze vertellen wie er uitverkoren zijn om te worden gered. Apocalyptische boeken zijn Joods, dat wil zeggen ze zijn geschreven in het land Judea in de periode tussen 200 voor en 100 van onze jaartelling. Judea was toen bezet, eerst door twee opeenvolgende koningshuizen van het hellenistische wereldrijk, daarna door het Romeins Imperium. Apocalyptische boeken zijn geschreven in reactie op de desastreuze gevolgen van vreemde overheersing voor het volk van Judea. Het meest sprekende voorbeeld is het boek Daniël. Apocalyptiek betekent ‘onthulling’ of ‘openbaring’. Maar wat wordt er openbaar? Onder heel wat Bijbelwetenschappers en andere geleerden wordt vaak gezegd dat apocalyptische geschriften zouden gaan over een kosmische strijd tussen goed en kwaad die uitloopt op het wereldeinde. Maar daar gaan apocalyptische teksten niet over. Waarover wel? Over het einde van de grote wereldrijken.
En over wat er geschieden zal na dit einde: het aanbreken van een nieuwe wereldorde die een totale breuk betekent met het bestaande en het geldende.
Hoewel Jesaja niet valt onder de apocalyptische literatuur, kun je de teksten uit dat boek wel lezen als eenzelfde radicale nieuw begin: een nieuwe wereld, hemel en aarde nieuw, wanneer het volk een keer bevrijd is uit de chaos van de ballingschap.
Nieuwe hemel, nieuwe aarde, Rijk van God, Koninkrijk Gods, Paradijs, het zijn allemaal woorden en begrippen over hoe deze aarde kan zijn en over hoe deze visioenen hier en nu te realiseren en over hoe deze woorden nu reeds aanwijsbaar, aanraakbaar, zichtbaar zijn op plaatsen, waar mensen recht doen, liefhebben, zorgen voor elkaar, solidair zijn met de zwaksten op deze aarde.
Het bijbels visioen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, dat visioen door profeten verwoord en door Jezus Koninkrijk van God genoemd, is een alles omvattend visioen. Het gaat over einde oorlog, en een wapenindustrie die niet meer is en alleen nog maar instrumenten bouwt zodat er voldoende voedsel is voor allen. Maar het visioen gaat ook over onszelf. Het gaat over bewustwording, dat wij bewust worden van al die momenten dat we cynisch, negatief, egoïstisch of zonder oog voor de ander in het leven staan. Van heel de wereld en haar vuile economie en politiek tot je eigen leven, met de mensen om je heen, daarover gaat het visioen van de profeten, Jezus
inclusief. En het visioen houdt ons voor dat je kunt opstaan uit alles wat je tegenhoudt om er aan mee te werken.
Het visioen nodigt je uit om je eigen kleinheid en beperktheid te ontstijgen, er uit op te staan, door de tegenstemmen in onze eigen hoofden het zwijgen op te leggen. Dus niet langer roepen dat het toch geen zin heeft en dat we toch steeds weer aan het korte eind trekken en dat de politiek niet deugt, en de economie te groot is en Afrika te ver weg. Die gedachten tot zwijgen brengen. Want het zijn die gedachtekronkels die ons doen roepen: ‘vol is vol’ en ‘niet nog meer asielzoekers’ en ‘laat ze hun eigen rotzooi opruimen’. Wie zich laat leiden door zelfgecreëerde beperkingen kijkt beperkt de wereld in en zal het visioen niet waarmaken.
Het bijbels verhaal wil ons bewustmaken, ons geweten scherpen en vormen in de richting van een andere mogelijkheid, een nieuwe aarde. Een aarde waarop mensen tot andere oplossingen weten te komen dan op zoek te gaan naar zondebokken, hekken te bouwen tegen asielzoekers en de aarde verder leeg te roven onder het mom van economische belangen. Een wereld waarin mensen zich meer en meer bewust zijn van de mechanismen die leiden van kwaad tot erger, van ik heb er geen schuld aan, wij zijn goed en zij zijn slecht, de gevaren van de eigen bubbel, van ons soort mensen.
‘Zie dan, ik ga een nieuwe hemel scheppen’. Scheppen is in het bijbelse verhaal een politiek begrip, het is de opdracht om uit het bestaande iets nieuws te creëren, en dat kan alleen maar omdat het er – hoe diep verscholen ook – al in zit. De hemel zit verborgen in deze aarde, zit verborgen in mensen.
Het bijbels verhaal helpt ons daarvan bewust te worden en reikt een ethisch kompas aan om er bij te komen, het op te delven en waarheid te laten worden.
Wat is de hemel? De hemel is de plaats waar God woont. Waar woont God? God woont daar waar gerechtigheid geschiedt en mensen opkomen voor elkaar. Dat is de catechismus van het Bijbelse verhaal. Zo staat het geschreven in oeroude woorden en beelden en visioenen. Dat die woorden ons mogen leiden donderdag in de stembus, dat ze ons mogen leiden in onze omgang met elkaar, vriend en vreemde, en mogen ze ons verweer voeden en ons waakzaam maken tegenover wat er politiek en maatschappelijk op dit moment allemaal aan het verschuiven is ons land.