Viering met Daan Savert – Dood, en wat dan?

Datum/Tijd
Datum - 02/12/2023
18:30 - 19:45

Locatie
Johanneskerk

Categorieën


Overweging SOVE 1 december 2023

  • Daan Savert

Kaïn en Abel. De eerste moord.

Wat begint als geboorteverhaal eindigt in een tragisch bloedbad. Leven en dood.

Bij ons thuis werden de Bijbelverhalen er met de paplepel ingegoten. Kaïn en Abel waren net zo onderdeel van mijn kindertijd als Bassie en Adriaan, al maakten die twee laatstgenoemden iets meer avonturen mee samen.

Het verhaal van Kaïn en Abel verontrustte mij altijd. Niet om die moord eigenlijk, daar raak je snel aan gewend, en bovendien was op dat punt de moraal zo helder als wat: het doden van je broer, zoiets doe je niet. Niet netjes. Nee, wat mij verontrustte was de dubieuze rol van God. God, die het offer van de één wel lijkt te accepteren, maar dat van de ander niet, om een schijnbaar willekeurige reden.

In mijn herinnering werd er altijd wat om die heikele kwestie heengelopen. En toen ik het verhaal afgelopen week herlas, trof die me weer.

Vandaag gaat over dood en leven. Wat begint als geboorteverhaal eindigt in een tragisch bloedbad. De geboorte van twee zoons, de eerste biologische geboorte in de Bijbel, wordt in hetzelfde hoofdstuk al gevolgd door de eerste moord. De ene zoon doodt de ander. En met die eerste moord wordt, zo zou je kunnen zeggen, een hele keten van vergelding en geweld in gang gezet. De geest is uit de fles! We zien dat in de uitspraak aan het einde van Lamech, een nazaat van Kaïn: “Een man vermoord ik voor mijn wond, een kind voor mijn schram, want Kaïn wordt zevenvoudig gewroken, maar Lamech zeven en zeventígmaal.”  

En de vraag van vandaag: hoe kun je in dit verhaal, dat op zo’n gruwelijkheid uitloopt, toch nog een gelukkig einde vinden? We gaan ons best doen.

Leven en dood, geboorte en moord.

Eerst maar eens die geboorte. Eva werd zwanger en baarde een zoon. En deze zoon wordt Kaïn genoemd, wat zoveel betekent als de “verworvene”. “Ik heb een man gegrondvest, met JHWH,” zegt Eva. Het schepsel Eva is op haar manier een schepper geworden, en daar mag natuurlijk wel even bij stilgestaan worden. De geboorte van Kaïn wordt dan ook nogal hoogdravend neergezet. Kaïn: “de gegrondveste, de verworvene”.

Maar dan: “toen baarde zij weer”. Abel wordt geboren. Kaïn, die met veel bombarie wordt beschreven, Kaïn, “de verworvene”, Kaïn, de grote coproductie tussen God en Eva – wordt gevolgd door… Abel. Abel, “de broer van”, Abel, het nakomertje. Abel, een naam die zoveel betekent als ijlheid, windvlaagje.

Er valt veel te speculeren over hoe deze twee broers opgroeien, en over hun omgang met elkaar, maar je voelt de spanning eigenlijk al meteen in de lucht hangen. Het volgende moment lezen we dat bekende verhaal over die twee offers. Beste mensen, dat offeren komt nogal uit de lucht vallen. Er is namelijk helemaal nergens om een offer gevraagd door wat voor goddelijke instantie of wet dan ook. Maar zo staat er: “Na verloop van dagen geschiedde het dat Kaïn van de vruchten van de akker een gave bracht aan JHWH. En ook Abel bracht, uit de eerstgeborenen van zijn schapen en hun vet.” Daar gebeurt iets opmerkelijks. Kaïn bracht een gave aan JHWH, en ook Abel bracht. Bij Kaïn wordt de geadresseerde genoemd, hij bracht een gave aan de JHWH, maar bij Abel ontbreekt de geadresseerde, “hij bracht”.

Misschien zoek ik hier te veel achter, misschien maak ik dit punt veel te groot, en als dat zo is hoop ik dat de schade in uw leerhuis hersteld kan worden, maar dit viel me ineens op. De verklaring die ik van huis uit meekreeg was dat Abel degene is die offert met gelovige toewijding, vol met vrome gedachten, en met zijn hart bij God. Terwijl, Kaïn, ja, die offert wel, maar eigenlijk wil hij niets van God weten. Moraal van het verhaal: wees een Abel, en geen Kaïn. Dat zou namelijk die schijnbaar willekeurige reactie van God verklaren. Dat zou verklaren dat God voor het ene offer wel oog heeft, maar voor het andere niet. Maar als je goed leest, zou het best weleens andersom kunnen zijn! Er is nog door niemand om een offer gevraagd. Kaïn bracht aan JHWH, Abel bracht… En God heeft oog voor de gave van Abel. God heeft oog voor die gave die misschien wel helemaal niet aan hem geschonken werd.  

Een van de gevleugelde uitspraken van de mysticus Meister Eckhart luidt: “God, bevrijd mij van God.”  Eckhart wilde daarmee zeggen dat elk beeld wat wij van God hebben, elke gedachte die wij over God hebben, elke aanname, nooit recht doet aan wie God is. Zelfs het woord “God” kan in de weg staan van God. En zo kan het ook zijn dat de dingen die we met de meest vrome en nobele intenties doen, met ons hoofd en hart vol van God, uiteindelijk minder te maken hebben met God dan iets wat we doen om niet, misschien omdat het goed in zichzelf is, iets dat we doen, zonder ook maar enige garantie hebben dat het iets gaat opleveren. Abel bracht…

Als er achter die schijnbaar willekeurige reactie van God toch een intentie zit, dan lijkt dat deze te zijn: de aandacht van God gaat uit naar waar geen aandacht voor is, God heeft oog voor wat ongezien is, God geeft betekenis aan wat betekenisloos lijkt te zijn, God vult wat leeg is. Kaïn, die met veel bombarie op de wereld gezet wordt, Kaïn de “self-made man”, met zijn natje en zijn droogje, naar hem gaat de aandacht van God niet uit, omdat er al zoveel aandacht naar hem uitgaat. Abel, het zuchtje wind, het nakomertje, de loser, degene die vergeten dreigt te worden, zijn offer krijgt aandacht. Omdat hij die aandacht meer nodig heeft, en misschien juist wel omdat zijn offer daar niet expliciet om vraagt. Omdat zijn offer gebracht wordt met open en lege handen.

De kwade reactie van Kaïn die hierop volgt is herkenbaar voor ons. Want hoe vaak vallen we niet voor de overtuiging dat aandacht voor de een automatisch betekent dat de ander er niet toe doet? Dat meer voor de één, minder voor de ander is. Dat opkomen voor de één, per se betekent dat je tegen de ander bent. Een sentiment dat we overal om ons heen zien.

De Bijbelse verhalen zijn er continu op uit om die gedachte te bestrijden. Het leven is geen zero-sum-game. Dat er aandacht is voor iemand die het misschien wel even meer nodig heeft dan jij, om wat voor reden dan ook, betekent niet dat je afgewezen wordt, dat je er niet toe doet, dat jij bedreigd wordt. Het betekent niet dat jouw identiteit en veiligheid op het spel staan. En toch is dat vaak wat mensen geloven, of wat hen verteld wordt te geloven – je kunt er immers verkiezingen mee winnen. Dat een ander gezegend wordt, betekent niet dat jij vervloekt bent. En anderso geldt hetzelfde in de Bijbelse verhalen: de zegen die naar jou uitgaat, kan alleen echt iets gaan betekenen, als die zegen zich naar anderen uitstraalt.

Kaïn wordt boos, en de aandacht die zijn offer niet kreeg, die krijgt hij nu wel. De Eeuwige spreekt: “Waarom ben je ontvlamd, waarom valt je aangezicht? Doe je het goed, hef dan je aangezicht.” Of anders gezegd: als je het goede doet, dan kun je iedereen in de ogen kijken. “Doe je niet het goede, dan ligt de zonde als een roofdier aan je deur – dat weet je toch. Hij begeert jou, maar jíj moet over hem heersen.” De beroemde roman East of Eden van John Steinbeck gaat in op dit verhaal van Kaïn en Abel, en een van de hoofdgedachten in dat boek is dat het in deze uitspraak niet gaat over een “moeten”, maar over kunnen. Niet jij móet heersen over de zonde, maar dat kun je doen.

En volgens mij is dit fundamenteel. God is er niet op uit om Kaïn te bevelen, God nodigt Kaïn uit en probeert hem wijzen op waar zijn leven echt om gaat. Namelijk dat hij, “de verworvene”, niet leeft bij gratie van alles wat hij verwerft, opbouwt en offert, maar dat het echte leven te vinden is als hij bereid is los te laten en lief te hebben, met open handen te staan.

“Doe je het goede, hef dan je aangezicht.” En ik denk dat je ‘m om kunt draaien: hef je aangezicht, dat is het goede. Ik kan me voorstellen dat er een wereld om Kaïn heen is van schoonheid, van geluk, van zegen. Een wereld waar hij in zijn kwaadheid het zicht op dreigt te verliezen. Een wereld die hij mag gaan zien, waarin hij mag gaan leven, waarin hij zich gezegend mag weten. Waarin hij niet de controle heeft, waarin hij niet de verworven verwerver is, maar waarin hij zich gedragen mag weten.  

Kaïn geeft geen antwoord op God. Hij maakt een andere keuze, hij doodt zijn broer Abel, en de rest is geschiedenis.

Hier zitten wij. We leven in een wereld vol Kaïns en Abels. Winnaars en verliezers, daders en slachtoffers. We zijn het zelf: een Kaïn, een Abel, maar waarschijnlijker nog een combinatie van die twee. Een mens, op zoek naar een plek op deze wereld, soms met beide benen op de grond en onze schaapjes op het droge, soms dolend en dwalend over deze aardkloot.

En wat wordt er van ons gevraagd? Misschien wel veel minder dan we denken. Er wordt van ons niet gevraagd om offers te brengen om bij wie dan ook in de aandacht te komen. Van ons wordt, net als van Kaïn, gevraagd om onze blik op te heffen, om te blijven kijken, om ervoor te zorgen dat we onze naasten onder ogen kunnen komen. Er wordt niet ons bevolen dat we moeten heersen over het kwaad, er wordt ons gezegd dat we in staat zijn dat te doen, omdat we niet alleen zijn. Kaïn en Abel: hoe gruwelijk het verhaal ook is, we zien hier hoe in het rijk van God niet de overwinnaar de geschiedenis schrijft, maar de slachtoffers, de losers, de vernederden een stem hebben. Niet om die overwinnaars van de aardbodem weg te vagen, maar om een ander soort gemeenschap mogelijk te maken.

Dit verhaal van Kaïn en Abel mag ons het vertrouwen geven dat er een zachte kracht werkzaam is in deze wereld, die ons, ondanks al onze tegenstribbelingen, liefdevol in de rug duwt, richting een wereld waarin recht en vrede zegenvieren.

Hef je aangezicht, kijk om je heen, het rijk van God is hier.

 

ORDE VAN DIENST

  • stilte
  • welkom
  • kaars 1 i.v.m.advent
  • lied: neerdalen als dauw uit de hemel, verzameld liedboek 358
  • gebed door voorganger
  • lied: kyrie, gij die hoort, weet, terugdenkt, vl 509
  • voorlezing uit genesis 4, 1-24
  • lied: schriftlied: die chaos schiep tot mensenland, vl 269
  • overdenking door voorganger
  • stilte
  • lied: van God is de aarde, uit psalm 24, vl 48
  • muziek
  • AGAPE
  • inzameling
  • brood en wijn op tafel
  • lied: niemand heeft u ooit gezien, vl 648
  • vredewens door voorganger
  • lied: moge het delen van dit brood, uit: om liefdeswil
  • uitnodiging tot delen door voorganger
  • muziek
  • lied: stem als een zee van mensen, vl 216
  • voorbede door voorganger
  • lied: onze vader in de hemel, uit ‘eerste en laatste’, vl 849
  • zegenwens door voorganger
  • lied: dat ik aarde zou bewonen, vl 282

Voorganger: Daan Savert

Dirigent: Karel Baken

Pianist: Harrie van de Akker

met dank aan de voorbereidingsgroep!